In de eerste, tweede en derde klas zorgt de mentor voor de persoonlijke begeleiding van elke leerling.
In klas 1 krijgt iedere leerling een klassenmentor en een tutor toegewezen. De mentor gaat in op de individuele begeleiding van het kind, zowel op basis van de voortgang bij schoolvakken als de voortgang op persoonlijk vlak. Ook is de mentor verantwoordelijk voor het groepsproces van de groep an sich.
Een tutor is een gemotiveerde vijfdeklasser die ondersteunt bij verschillende activiteiten en hij of zij fungeert als een aanspreekpunt die dichterbij staat dan de gemiddelde volwassene. Deze vijfdeklasser kan gezien worden als een ‘ervaringsdeskundige’: hij kan tips geven omtrent het leren van bijvoorbeeld de Griekse woordjes, maar kan ook advies geven over hoe je het beste een docent aanspreekt als je dat niet zo goed durft. Een tutor heeft max. 10 leerlingen onder zijn verantwoordelijkheid en heeft een kort lijntje met de betreffende mentor. De tutoren worden door middel van een sollicitatieperiode geselecteerd door je teamleider.
De mentoren en de tutoren worden ondersteund door de teamleiders.
Vooral in de introductieperiode wordt er tijdens de mentorlessen veel aandacht geschonken aan de verschillende studievaardigheden. Denk hierbij aan samenvatten, woordjes leren of het voorbereiden van een toets.
Naast de ‘gewone’ begeleiding die iedere leerling op school krijgt, is het natuurlijk mogelijk dat uw kind meer begeleiding nodig heeft. Denk aan bijvoorbeeld aan dyslexie, een handicap, ADHD of Asperger. Wij hebben hier ervaring mee en bieden hiervoor extra ondersteuningsmogelijkheden. Daarnaast is er ook faalangstreductietraining. Zie hiervoor de informatie in schoolwiki.
Kort voor de herfstvakantie wordt bij alle eersteklassers een aantal testen afgenomen, waarvan de IST en de SchoolVragenLijst de belangrijkste zijn. De IST is een intelligentietest, de SVL geeft (o.a.) informatie over het welbevinden van het kind en de prestatiemotivatie. De uitslag van deze testen wordt door de mentoren besproken met een psychologisch medewerker van de Universiteit van Nijmegen. Deze testresultaten worden gebruikt bij de bespreking van de leerlingen in de teamvergadering, naast de adviezen van de docenten en de behaalde cijfers.
Op basis van de bespreking wordt in de tweede helft van het schooljaar aan sommige leerlingen of extra begeleiding gegeven of het aanbod gedaan deel te nemen aan het Atlasproject.
Het komt uiteraard voor dat leerlingen in de klas en bij de testen buitengewoon goed scoren. Dan bestaat de mogelijkheid dat de gewone lesstof voor hen niet uitdagend of veeleisend genoeg is. Voor deze leerlingen is het Atlasproject opgezet. Zij krijgen de kans voor geselecteerde vakken vrijstelling van de lessen te vragen om in de uitgespaarde tijd te werken aan een eigen project. Een Atlasbegeleider zorgt voor ondersteuning.
In de tweede klas besteedt de mentor aandacht aan studievaardigheden.
Ook in de tweede en derde klas wordt aan geselecteerde leerlingen deelname aan het Atlasproject aangeboden.
In klas 3 wordt door mentor en decaan in de mentorlessen bovendien veel aandacht besteed aan de profielkeuze. In het voorjaar staat voor de leerlingen van klas 3 een speciale projectweek in het jaarrooster, waarin profielkeuze en kennismaking met de profielvakken centraal staat.