De bekostiging van scholen in Nederland is geregeld in de wet. Scholen krijgen een lumpsum die voor ongeveer 80 % personele lasten dekt en 20 % materiële uitgaven (inventaris, verwarming etc.). Overige middelen krijgt de school uit het Samenwerkingsverband de Meierij voor de basisondersteuning van alle leerlingen. In individuele gevallen kan voor extra ondersteuning een arrangement worden aangevraagd.
In de nasleep van de Corona-sluitingen is duidelijk geworden dat leerlingen op diverse manieren achterstanden hebben opgelopen, zowel op cognitief gebied als op sociaal-emotioneel gebied. Dit probleem oplossen is een complexe en langjarige operatie: er spelen immers meerdere factoren een rol. De overheid heeft ruime middelen toegekend (de NPO-gelden) om op basis van een keuzemenu acties te ondernemen waarvan het waarschijnlijk is dat ze resultaat hebben.
De school heeft met deze middelen diverse acties ondernomen: inhuur van ondersteuning op psychosociaal gebied, inzet van specifieke vak ondersteuning in de vorm extra ondersteuningstijd, organiseren van extra activiteiten die moeten leiden tot hechtere groepsvorming, afname van taaltoetsen ter bepaling van het niveau van taalbeheersing in de onderbouw, inzet van diverse vormen van bijspijkeren en examentraining, klassenverkleining bij enkele vakken waar meer inzet op individuele leerling nodig is, als gevolg van uitgevallen lessen, etc.
In enkele gevallen helpen toegekende subsidies bij het vormgeven van gerichter onderwijs: zo nemen we met subsidie de IST-toets af in samenwerking met de Radbouduniversiteit. Daarmee kunnen we beter leerlingen identificeren die onderpresteren. Deze leerlingen kunnen we dan een extra programma aanbieden.