Hieronder wordt een aantal kenmerken van kwaliteitszorg genoemd die in korte (jaarlijkse) of langere (twee of vierjaarlijkse) cycli worden uitgevoerd en uitgroeien tot een vanzelfsprekend onderdeel van de schoolcultuur. Hier brengen we in beeld, waarin we (nog) beter willen doen, wat al goed gaat, en op orde willen brengen, wat verbetering behoeft.
PDCA-cyclus: hiermee wordt bedoeld dat in een planmatige aanpak processen in de school worden opgezet, uitgevoerd, geëvalueerd en aangepast, waarna zo’n traject vanuit de situatie van dat moment opnieuw deze cyclus ondergaat.
Testen: als voorbeeld van data die we jaarlijks genereren om leerlingen goed te leren kennen en daardoor beter te kunnen begeleiden gelden als eerste de IST-test, en als tweede de Diataaltest. De eerste is een intelligentietest waaruit veel informatie te halen valt, bijvoorbeeld over leerlingen die meer kunnen dan ze laten zien (onderpresteerders). De testen van Diataaltesten laten zien hoe het niveau van taalvaardigheid is.
Examenresultaten: de jaarlijkse landelijke examens leveren leerlingen de cijfers op om hun diploma mee te verwerven, maar ook een schat aan informatie voor docenten over waarop hun leerlingen beter of juister minder goed scoorden. Hiervoor worden landelijke gegevens als vergelijkingsmateriaal gebruikt.
Schoolbezoek: in de OSZG onderwerpt elke school zich om de zoveel tijd aan een zelfevaluatie. Op basis van een aantal vastliggende onderdelen waarop kwaliteit invloed heeft houdt een school zichzelf een spiegel voor. In gesprek met eigen mensen wordt beoordeeld in hoeverre we voldoen aan basale eisen, maar ook aan hogere verwachtingen als we die hebben. Dit is de basis voor een bezoek door twee andere scholen van de OSZG om diezelfde onderwerpen tijdens een schoolbezoek te onderzoeken vanuit een waarderend perspectief.